De kunde en vaardigheden van de Chinese pottenbakkers in Jingdezhen werden nooit zo op de proef gesteld als wanneer zij experimenten uitvoerden en uitzochten hoe zij erin zouden kunnen slagen om een van de dunste porseleinen uit de geschiedenis te produceren. Al sinds de prehistorie werden verschillende pogingen tot het maken van de dunste Chinese keramieken vazen en Chinese potten en tijdens de Ming-dynastie (1368-1644) in de 15de eeuw onder keizer Yongle (1402 – 1424) slaagden de Chinese er eindelijk in en ontdekten zij de perfecte techniek om het zogenaamde Chinese eierschaalporselein te maken. Omdat de wanden van de Chinese eierschaal porseleinen-vaas zo dun als papier zijn komen zij onder constante spanning te staan.
Om niet plotsklaps kapot te springen was een steenharde klei nodig, kaolien, die op een exacte temperatuur moesten gebakken worden. Soms werd voor het bakken heel voorzichtig decoratieve patronen gegraveerd in de wand van de Chinese eierschaal-kom of eierschaal theekop. Vanzelfsprekend was dit een zeer tijdrovende techniek. Voor verzamelaars zijn deze Chinese eierschaal-vazen, ook wel ‘bodyless wares’ genoemd een uniek stuk voor de collectie. Om zeker te zijn van een goede kwaliteit en de daarbij horende waarde kan een Chinese eierschaal-vaas best bij een taxateur onderzocht worden. De taxateur kijkt dan naar de aangebrachte merktekens en stempels op de Chinese eierschaal-vaas. Daarnaast zijn kunnen ook verschillende nuances in de decoratie zichtbaar zijn. Tijdens de Kangxi- periode (1662 – 1722), toen eirerschaal porselein een ware ‘revival’ kende werden glanzende glazuren in het typische ‘famille verte’ palet aangebracht. Soms, wanneer het om een authentieke Chinese eierschaal-vaas van degelijke kwaliteit gaat, lijkt het alsof de Chinese vaas enkel uit glazuur bestaat.